Macro-economic policy, mijn mastervak aan de Universiteit Utrecht, wordt volgend jaar geschrapt uit het curriculum. Het is een efficiencyoverweging. De universiteit zet nu de docentcapaciteit niet erg doelmatig in, ze biedt te veel mastervakken aan en er zijn tekorten elders. Mijn vak, dat ik zelf ontworpen heb, blijkt het kind van de rekening te zijn.

Studenten blijken vaker een vakkenpakket te kiezen dat in het verlengde ligt van vakken die ze al eerder gevolgd hebben. Ook al was hun ervaring met de vakken niet positief.

Studenten blijken vaker een vakkenpakket te kiezen dat in het verlengde ligt van vakken die ze al eerder gevolgd hebben. Ook al was hun ervaring met de vakken niet positief.Foto: iStock.

Dat is jammer, maar vanuit de studenten wel te begrijpen. Het vak gaat over de economie als geheel, de overheid, de ‘huishoudens’ en de centrale bank samen. Moet de rente omhoog, hoe belangrijk is consumentenvertrouwen en kan de overheid zijn schuld afbetalen? Dat soort vragen.

IJkpunt bij veel van deze vragen zijn de ervaringen van de financiële crisis en de recessie daarna. Die ervaringen zijn bepalend voor mijn denken en mijn ontwikkeling als econoom, en zijn dat ook voor veel van mijn collega’s, maar voor de studenten is het sneeuw van gisteren.

Toen ik het vak voor het eerst gaf, waren de studenten unaniem over de grote economische uitdaging van dat moment: te grote banken, overheidsschulden in Europa en een recessie die maar niet over wilde gaan. Maar de laatste twee jaar is die unanimiteit verdwenen. Er zijn nog wel studenten die banken en schulden noemen, maar evenzoveel studenten hebben het over ongelijkheid en inclusie, over de milieuproblematiek of het over gebrek aan innovatie en goede banen. Daar gaat mijn vak niet over en dat was te zien in de studentaantallen.

Of het lagere aantal inschrijvingen echt komt doordat macro-economie niet meer top of mind is, is natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. Maar onderzoek naar het kiezen van vakken op de Amerikaanse defensieacademie suggereert dat wel. Officieren-in-opleiding kiezen daar aan het begin van het tweede studiejaar het vakkenpakket dat ze in het derde studiejaar willen volgen. De ervaringen die studenten aan het begin van het tweede jaar hebben, verschillen echter. Studenten volgen namelijk wel dezelfde vakken in de eerste twee jaar, maar niet in dezelfde volgorde.

De vakken die studenten vóór het keuzemoment gevolgd hebben, doen ertoe bij de keuze. Studenten blijken dubbel zo vaak een vakkenpakket in het derde jaar te kiezen dat in het verlengde ligt van de vakken die ze al gevolgd hebben voor het keuzemoment. Dit gevonden resultaat gaat ook op als de docent slecht is, en als de student een slecht cijfer voor het vak haalt. Het is het in aanraking komen met het onderwerp dat ertoe doet, niet of die ervaring leerzaam of positief was.

Wil de economieopleiding in Utrecht studenten hebben bij een mastervak over macro-economisch beleid, dan zal ze het al in de bachelor aan moeten bieden. Of wachten op een nieuwe crisis, dat kan ook. Ik ga ondertussen een ander vak geven. Ook leuk.

Bron: https://fd.nl/auteur/jas...

Referenties